Tekst Sanne Kuypers
Foto Bart Maat
De politie krijgt de laatste tijd veel te maken met nepnieuws. Zo zien zij dat er bij fysieke demonstraties, tegelijkertijd ook digitale demonstraties plaats lijken te vinden. Daarbij wordt nepnieuws verspreid of worden bepaalde beelden gecombineerd met foutieve frames. Allemaal met het doel om brede publieke verontwaardiging te veroorzaken over de politie, of om maatschappelijke onrust te creëren.
Hoe ga je daar mee om als organisatie, wanneer reageer je en hoe reageer je dan? De afdeling Innovatie en Onderzoek van de politie geeft 6 tips over hoe om te gaan met nepnieuws.
1. Neem nepnieuws serieus
Er kan maatschappelijke onrust ontstaan wanneer er tijdens incidenten foutieve informatie wordt verspreid. Bovendien raakt het verspreiden van nepnieuws direct aan het vertrouwen van burgers en collega’s in de politie en de overheid. Daarom is het belangrijk te ontkrachten waar dat nodig is en waar dat kan. Maar hierin moet je wel goede keuzes maken. De hoeveelheid nepnieuws is enorm én bovendien is niet al het nepnieuws even gemakkelijk te ontkrachten.
2. Maak bewust keuzes
Soms is het simpelweg niet wenselijk om te reageren. Wanneer nepnieuws nog niet is opgepakt door (regionale) media en het slechts enkele likes op sociale media betreft, wil je nepnieuws niet onbedoeld - door te reageren - zelf een nóg groter platform geven. Maar denk ook aan gevoelige zaken waarbij er onderzoek nodig is om te achterhalen wat er precies is gebeurd. Hoe dan ook wil je met je reactie geen polarisatie in de hand werken.
3. Markeer terugkerende verhaallijnen
Er gaat véél nepnieuws rond op sociale media. Er zijn een aantal terugkerende verhaallijnen: thema’s die bij verschillende incidenten steeds terugkomen. Voor de politie zijn dat bijvoorbeeld verhaallijnen als: jullie gebruiken expres geweld richting onschuldige burgers, of jullie undercover-agenten lokken het geweld zelf uit. Verspreiders van nepnieuws zoeken haakjes om in deze verhaallijnen nepnieuws op te hangen. Vraag jezelf af wat de verhaallijnen binnen jouw organisatie zijn: welke thema’s zie je telkens terugkeren?
4. Let op de ‘mediastorm’
In analyses van nepnieuwscasussen ziet de politie dat een aantal zaken lijkt te fungeren als vliegwiel voor extreem veel media-aandacht: een grote mediastorm. Het retweeten of berichten óver tweets door reguliere media, politici of vakbonden kan als katalysator werken.
Niet iedereen houdt rekening met het feit dat ‘wat leeft op sociale media’ grotendeels wordt bepaald door een homogene, niet-representatieve groep. Dat wil dus niet zeggen dat een platform als Twitter niet belangrijk is: veel opiniemakers, journalisten en politici planten daar zaadjes voor méér aandacht. Houd in de gaten welke zaken uit kunnen groeien tot mediastorm.
5. Stel indicatoren vast
Je kunt en wilt dus niet op al het nepnieuws reageren. Hoe maak je dan keuzes? In de newsrooms werkt de politie met indicatoren die helpen vast te stellen of de kans groot is dat er een mediastorm ontstaat. Dit kan helpen keuzes te maken welke berichten je bewust laat gaan, waar je wél op reageert en wat de mogelijkheden dan zijn. Vraag je binnen je organisatie af welk palet aan reactiemogelijkheden je hebt: ontkracht je alleen in webcare, of via al je kanalen?
6. Gebruik de hamburgermethode
Bij nepnieuws dat is ontaard in een mediastorm, is ontkrachten de enige strategie. Dit lijkt simpel, maar het moet wel op de juiste manier gebeuren. Algemeen nepnieuws ontkracht je volgens de hamburgermethode. Begin én eindig met het delen van juiste informatie en daar tussenin benoem je het nepnieuws. Nepnieuws kan hardnekkig zijn: ontkracht op meerdere kanalen en zorg dat de ontkrachting deelbaar is.
De hamburgermethode
- Broodje - Presenteer de juiste feiten
- Burger - Ontkracht het nepnieuws door te benoemen wat niet waar is
- Broodje - Herhaal ten slotte nog een keer de juiste informatie.