Tekst Afdeling Communicatie
Foto ANP / Bas Kijzers

‘Schuilkelders’ en ‘jodiumtabletten’ waren de meest gezochte woorden opcrisis.nl toen de oorlog in Oekraïne uitbrak. Het uitbreken van een kernoorlog leek voor veel Nederlanders dichterbij dan ooit. Terwijl de inwoners van Finland geen nacht slechter leken te slapen door de dreigementen van hun buurland.

Moet je je kelder nu ombouwen tot bunker, en een noodstroomaggregaat klaarzetten? En is het dan ook niet handig om direct jodiumtabletten in te nemen, voor het geval de kernbom zou vallen? Uit de 'Flitspeiling Oekraïne over de zorgen, gevolgen van Nederland en informatievoorziening' blijkt dat 35% van de Nederlanders zich ernstige zorgen maken over de gevolgen van de oorlog in Oekraïne en dat 45% van de Nederlanders behoefte heeft aan meer informatie van de overheid.

Het is dan ook lang geleden dat Nederland zich actief heeft voorbereid op een dergelijke crisissituatie. Ter inspiratie en om lessen op te halen zijn we bij de NCTV in gesprek gegaan met ervaringsdeskundigen op het gebied van risicocommunicatie: Zweden en Finland. En spraken we ook met Denemarken, Duitsland en België. Landen die qua geografische afstand tot Rusland en vergelijkbare culturele achtergrond het best te vergelijken zijn met Nederland.

Strijdvaardig Finland

Als buurland van Rusland is Finland decennia actief op het gebied van risicocommunicatie rondom een eventuele oorlog. Sinds de Winteroorlog van 1940 wordt de Fins-Russische grens nog altijd actief bewaakt. Hoewel de kans op een oorlog groter lijkt, en een risicovol land als Rusland ‘naast de deur’ ligt, zijn Finse inwoners niet ongerust. “Het vertrouwen in de overheid en defensie is heel hoog”, vertelt Païvi Tampere, hoofd communicatie en strategie, Finland. 

Dat is ook te merken als het bijvoorbeeld gaat over de huidige energietekorten. “De overheid deed een beroep op de Finse inwoner om zorgvuldig om te gaan met stroom. Niet lang daarna ging het gebruik van energie omlaag en gingen inwoners zelf op zoek naar duurzame oplossingen.” 

“Het ene land is strijdvaardig, terwijl het andere land juist heel terughoudend is. Dat hielp ons om een eigen aanpak te ontwikkelen die bij Nederland past.” – Josine Quist, communicatieadviseur NCTV

When crisis or war comes

Niet alleen Finland is al jaren actief op het gebied van risicocommunicatie. Ook in Zweden is risicocommunicatie goed ingebed in de landelijke communicatiestrategie. Zij organiseren bijvoorbeeld jaarlijks een themaweek rondom dreigingen, rampen en crises. In oktober vorig jaar stond de themaweek in het teken van voedseltekort en stroomuitval. Supermarkten richtten hun schappen speciaal in, zodat inwoners eenvoudig producten konden kopen die je kunt bereiden zonder veel water en stroom te gebruiken. Een Zweedse kok maakte, in opdracht van de overheid, een kookboek met recepten waarvoor je weinig tot geen water nodig hebt. 

Christina Andersson, hoofd communicatie en strategie van de Zweedse overheid vertelt: “We werken heel nauw samen met lokale overheden. Dit zorgt ervoor dat we hele concrete handelingsperspectieven kunnen meegeven aan de Zweden. Hierdoor blijft grootschalige, maatschappelijke onrust uit. Men is voorbereid en weet waar alle informatie te vinden is.

“In 2018 verspreidde de Zweedse overheid een folder: 'When crisis or war comes'. Daarin worden inwoners opgeroepen zelf verantwoordelijkheid te nemen en elkaar te helpen. “Deze folder is de afgelopen maanden weer regelmatig gedownload, waaruit blijkt dat Zweden informatie weten te vinden en zichzelf voorbereiden.”

Ook Duitsland, België en Denemarken zijn zoekende naar een actievere risicocommunicatie, onder andere vanwege de toenemende onrust rondom de situatie in Oekraïne. Hierin is verdeeldheid in de samenleving een grote uitdaging, vertelt Nathalie Schopp, hoofd crisiscommunicatie in Duitsland. “Maar juist door open, duidelijk en transparant te communiceren, kunnen burgers begrip voor de situatie opbrengen, en een eigen bijdrage leveren.”

Josine Quist
Josine Quist, communicatieadviseur NCTV

“In gesprek met deze verschillende landen ontdekten we wederom dat transparantie en open communicatie essentieel zijn”, vertelt Josine Quist, communicatieadviseur van de NCTV. Hierin waren ook de verschillen tussen de landen inspirerend, vertelt Quist: “Het ene land gebruikt strijdvaardige taal, terwijl het andere land heel terughoudend is. Dat hielp ons ook om een eigen aanpak te ontwikkelen die bij Nederland past.” 

Die Nederlandse focus is besproken met gedragswetenschappers en communicatie-experts. “Hierdoor is een communicatieaanpak gestart met denkvooruit.nl als resultaat. Daarop worden concrete handelingsperspectieven geboden, die behulpzaam kunnen zijn voor mensen die zich willen voorbereiden, als dat hen rust geeft. Als een dreiging pas echt realistisch is, zal actief gecommuniceerd worden. Nu willen we mensen vooral informatie geven als ze daar behoefte aan hebben.”