Tekst Afdeling Communicatie
Foto Michel Mees / ANP
Crisiscommunicatie na de verwoestende explosie in de Tarwekamp
Zaterdagochtend 7 december 2024 gaat de pieper van communicatieadviseur Marinka Klaassen (56) om half zeven af. “Je wrijft de slaap uit je ogen en slaat de laptop open: een zeer grote brand in de Tarwekamp.” De oorzaak bleek een enorme explosie. Marinka blikt terug op deze verschrikkelijke gebeurtenis in Den Haag. Hoe verliep de communicatie rond het incident en wat deed het met haar persoonlijk? “Eén moment ontroert me nog steeds.”
Marinka werkt al 20 jaar als communicatieadviseur. Eerst bij de gemeente Zoetermeer, nu bij de gemeente Den Haag. In 2019 volgt ze de opleiding Hoofd Taakorganisatie Crisiscommunicatie en start ze in de piketpool bij de Veiligheidsregio Haaglanden. “Het werk, het oefenen, de hoge druk en de energie die je daarvan krijgt, zorgen ervoor dat ik crisiscommunicatie wil blijven doen.”
Niet fulltime, want daar vindt ze haar functie bij de gemeente te interessant voor. “Het sociale domein heeft mijn hart ook veroverd. Ooit ben ik begonnen als bijstandsambtenaar, om iets kunnen betekenen voor de stad. Door communicatie kan ik nu een verschil maken in het leven van inwoners. Dat zorgt ervoor dat ik mijn werk met veel plezier doe.”
De afgelopen vijf jaar deed ze al de nodige crisiservaring op. Bij kleinere incidenten, zoals gaslekken, wateroverlast of een schip op drift. Maar ook bij grotere crises. “In mijn eerste jaar kregen we op oudjaarsavond te maken met een grote brand bij een opslagbedrijf in Zoetermeer. Dat waren niet ‘slechts’ spullen, er zaten ook hele inboedels bij. Dat heeft impact op mensen. Elke crisis heeft zo zijn eigen dynamiek. Zo ook in de Tarwekamp.”
Meer druk dan normaal
Want op 7 december ging de pieper van Marinka om half zeven ’s ochtends af. “Je wrijft de slaap uit je ogen en slaat je laptop open: een zeer grote brand in de Tarwekamp. Dat kan nog steeds van alles zijn. Een kwartier na de eerste melding was er al sprake van GRIP 1, dus dan is het best groot. Ik kijk dan eerst in het Landelijk Crisis Management Systeem of er al meer informatie is en leg de eerste contacten.”
Al snel was de ernst van de situatie duidelijk. Een explosie in een woonwijk, gevolgd door een grote brand. De verwoesting was enorm. Al een half uur na de eerste melding werd er opgeschaald naar GRIP 2. “Daardoor voelde ik tijdens de opstart nog meer druk dan normaal. Omdat het heel hard ging, hadden we extra handen nodig. Ik heb er meteen een collega met dezelfde functie bij gevraagd.”
Vanaf twee verschillende locaties werkten de crisisteams van de veiligheidsregio en de gemeente nauw samen. “We zaten op afstand, maar wisten elkaar wel goed te vinden. Het was superfijn samenwerken, omdat iedereen een crisisopleiding heeft gehad. Je kan bepaalde zaken in vertrouwen loslaten, omdat je weet dat iedereen in dezelfde film zit. Het gezamenlijke doel is om ervoor te zorgen dat de getroffenen en omwonenden goed geïnformeerd zijn.”
Emoties
Wat volgde was een druk weekend voor Marinka en haar crisisteam. Het communicatieteam zorgt er via de omgevingsanalyses voor dat de betrokken hulpverlening de impact van de crisis snapt. “Onze rol is om de impact van buiten naar binnen te halen. Dan zie je dat mensen op straat zoeken naar familie, buren en vrienden, zich afvragen wat ze zelf kunnen doen en hun grote verdriet laten zien. Tegelijkertijd is een bepaalde mate van afstand nodig om je werk goed te kunnen doen. Ik heb de omgevingsanalyses en de persconferenties gevolgd, dat zijn producten van je eigen team, maar eenmaal thuis ging ik niet alle sociale media en liveblogs af. Dan zou ik gek zijn worden.”
Toch waren er ook momenten waarop Marinka het zelf even moeilijk had. “Samen met een collega stond ik in de lift, op weg naar huis, omdat we werden afgelost. Dan besef je dat er een aantal families zijn die geen huis meer hebben om naar terug te keren. Dat het een gewone straat is, in je eigen stad, met gezinnen zoals ik er ook een heb, maakt de crisis heel tastbaar. Dat kwam bij mij toch wel binnen.”
Het ontroert Marinka een maand later nog steeds als ze terugdenkt aan de bijeenkomst in Delft, de maandag na de ramp. Daar kwamen alle betrokken hulpverleners samen. “Drie à vier zalen vol hulpverleners uit alle verschillende kolommen. Als je binnenkomt en alle verschillende uniformen en emoties ziet... Iedereen daar was een klein onderdeel van een groter geheel, maar wel onmisbaar. Als professional word je daar door geraakt.”
Over de grens
Onopgemerkt schakelde Marinka tijdens deze crisis over op de automatische piloot. “Zo’n lange crisis heb ik nog niet eerder meegemaakt”, vervolgt ze. “Het is bijzonder om te merken dat je automatisch gaat lopen en ook blijft lopen. Dat is wat adrenaline met mij doet. Ik had er net een werkweek opzitten, maar op zaterdagochtend liet ik alles uit mijn handen vallen. Dan heb ik blijkbaar een soort accu die blijft gaan.”
Toch kan dat ook een valkuil zijn, merkt ze op. “Je draait op adrenaline en zit in je bubbel. Daardoor ga je eigenlijk net over je grens heen, terwijl ik als hoofd crisiscommunicatie ook de grenzen van anderen moet bewaken. Daarom moet je tijdig al voor vervanging zorgen”, benadrukt Marinka.
En als de crisis voorbij is, moet je soms even een extra dag voor jezelf inplannen. “Op maandag ging ik gewoon naar mijn geplande meetings. In de loop van de week merkte ik dat ik het beter anders had kunnen doen. Ik had toch een dag rust moeten pakken. Dat is zeker een les die ik meeneem uit deze crisis. Na zo’n groot incident moet je daar even bewust bij stilstaan.”
Saamhorigheid doet goed
Als ze weer terugkeert bij haar collega’s van de gemeente Den Haag, voelt Marinka dat iedereen het weekend op zijn of haar eigen manier heeft beleefd. “Maandag kreeg iedereen de gelegenheid om even samen te zijn. Iedereen die bij de crisis betrokken was, vertelde welke impact het weekend had. Dan merk je dat iedereen mee heeft geleefd. Niet alleen met de slachtoffers in de Tarwekamp, maar ook met de collega’s die aan het werk waren. Die saamhorigheid doet dan heel goed. Het was heel emotioneel.”
Marinka blikt positief terug op de afhandeling van de crisis in de Tarwekamp. “De interne evaluatie moet nog komen. Een week na de explosie kregen we tijdens een bewonersbijeenkomst positieve feedback. Er zullen altijd dingen zijn die beter hadden gekund, anders hadden gemoeten of anders bedoeld waren. Wat mij vooral bijblijft, is de sterke samenwerking binnen het team. Die inzet zorgde voor zo goed mogelijke communicatie en steun aan iedereen die door deze ramp getroffen was. Dat is heel fijn. Een incident verloopt altijd anders dan je hebt geoefend, maar samen denk ik dat we hebben gedaan wat we konden om van betekenis te zijn.”